Het is ook nooit goed. Als er ergens in Amsterdam een plein vol staat met krakende hanenkammen en zwarte hoodies worden ze de eerst uit en in elkaar gemept en vervolgens in de krant afgedaan als een marginaal clubje anarchisten en relschoppers. Maar als er zich een groep begint af te tekenen die zich, zonder overkoepelende ideologie en uit alle lagen van ‘het systeem’, verzamelen op het Beursplein om te vreedzaam te protesteren, zijn het uitvreters die net zo veel schuld dragen aan de toestand in de wereld als de Grote Graaiers zelf.
Tenminste volgens Hans Schouwenburg in de Volkskrant. In diezelfde krant constateerde Pieter Smit echter dat het juist eerder genoemde anarchogroepjes waren die zich voor de Beurs manifesteerden. Dus beide groepen waren kennelijk aanwezig, en deelden een mening of twee. Dat noemen we geloof ik een breed maatschappelijk platform. Een draagvlak. Een mogelijk gelijk, wellicht.
Maar nee, Schouwenburg wil dat we allemaal in boomhutten gaan leven voor we onze mond open mogen doen en Smit vindt dat we nu moeten zwijgen want we hebben allemaal geprofiteerd van het kapitalisme toen het goed ging. Van de twee heeft Schouwenburg, student geschiedenis (!), het nog het minst begrepen. Hij signaleert iemand op Nikes; daarmee verspeelt die persoon in zijn ogen het recht om te demonstreren. Dat typeert Schouwenburg als een zeldzaam mens. Eentje die niet gelooft dat miljarden dollars en euro’s aan marketingbudgetten ook maar iets bij de moderne mens teweeg brengen. Ze hadden het net zo goed kunnen laten, de Nikes, Gaps en Nestlé’s, want de enige reden dat wij die spullen kopen blijkt onze morele feilbaarheid te zijn. Boze opzet van onze kant. Want we zij toch vrij? Alsjeblieft, dankje wel.
Zullen ze leuk vinden bij Nike. We hadden die pattas blijkbaar toch wel gekocht, ook zonder Michael Jordan, hiphop endorsements, billboards, college-sponsorships en logoterreur. Het was nota bene een miljoenencampagne van juist dit bedrijf die ons vertelde dat we ‘ons eigen merk’ moeten zijn, en dan komt Schouwenburg met de zin ‘Bij de boze idealisten draait alles om het eigen merk.’ Wat studeerde je ook alweer? Ga Naomi Klein lezen voor je achterhaalde onzin uitkraamt.
Pieter Smit is politicoloog. Hij heeft natuurlijk nooit geleerd wat bijvoorbeeld fans van voetbal, u weet wel, die platte sport die diep in de commercie geworteld is, allang weten. Namelijk dat als de club en de coach roepen dat het goed komt, en er wordt de eerste helft van het seizoen gewonnen, de fans de natuurlijke neiging vertonen dat voor waar aan te nemen. Die goedgelovige klazen ook!
Daar hebben ze in de bestuurskamer vanzelfsprekend heel erg hun best op gedaan, het juiste geruststellende toontje, de gratis badhanddoek met logo, de aandelenverkoop. Maar opeens blijkt het allemaal een zeepbel te zijn geweest. De rek is eruit. Opeens valt het ook op: Te veel lange ballen, te weinig visie. Het Dick Jol-effect. De magie van Suarez weg, geen voetbal meer. Met Suarez was t ook niks, maar toen viel het niet op.
Op zo’n moment eisen de fans het vertrek van de coach en graag een andere, duurzamere manier van voetballen. Volgens Smit en Schouwenburg moeten die fans echter hun mond houden, want, ook al betalen ze de lonen van de voetballers met hun seizoenkaarten, TV abonnementen en t-shirts, ze maken deel uit van ‘het systeem’ en ze vonden het allemaal prima toen het goed ging. Eigen schuld, dikke bult.
En weer hebben we het niet over de coach en het bestuur, maar over de supporters, wat die wel en niet mogen roepen of zeggen. Oh sorry, zei ik supporters? Ik bedoel natuurlijk hooligans, azijnpissers en domme consumenten.
“First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, and then… you win.” Dit zijn woorden van Mahatma Ghandi, een winnaar in hart en nieren. Met dank aan de heren Smit en Schouwenburg zitten we nu ergens tegen het tweede bedrijf aan. “Dat schiet lekker op,” zou Ghandi zeggen.
Jaro (één paar Nikes, met daarop ‘De Republiek Amsterdam’.)
Dit bericht is geplaatst in Jaroblog. Bookmark de permalink . Trackbacks en Reacties zijn beide tijdelijk gesloten.
Over Smit, Schouwenburg en Occupy Amsterdam
Het is ook nooit goed. Als er ergens in Amsterdam een plein vol staat met krakende hanenkammen en zwarte hoodies worden ze de eerst uit en in elkaar gemept en vervolgens in de krant afgedaan als een marginaal clubje anarchisten en relschoppers. Maar als er zich een groep begint af te tekenen die zich, zonder overkoepelende ideologie en uit alle lagen van ‘het systeem’, verzamelen op het Beursplein om te vreedzaam te protesteren, zijn het uitvreters die net zo veel schuld dragen aan de toestand in de wereld als de Grote Graaiers zelf.
Tenminste volgens Hans Schouwenburg in de Volkskrant. In diezelfde krant constateerde Pieter Smit echter dat het juist eerder genoemde anarchogroepjes waren die zich voor de Beurs manifesteerden. Dus beide groepen waren kennelijk aanwezig, en deelden een mening of twee. Dat noemen we geloof ik een breed maatschappelijk platform. Een draagvlak. Een mogelijk gelijk, wellicht.
Maar nee, Schouwenburg wil dat we allemaal in boomhutten gaan leven voor we onze mond open mogen doen en Smit vindt dat we nu moeten zwijgen want we hebben allemaal geprofiteerd van het kapitalisme toen het goed ging. Van de twee heeft Schouwenburg, student geschiedenis (!), het nog het minst begrepen. Hij signaleert iemand op Nikes; daarmee verspeelt die persoon in zijn ogen het recht om te demonstreren. Dat typeert Schouwenburg als een zeldzaam mens. Eentje die niet gelooft dat miljarden dollars en euro’s aan marketingbudgetten ook maar iets bij de moderne mens teweeg brengen. Ze hadden het net zo goed kunnen laten, de Nikes, Gaps en Nestlé’s, want de enige reden dat wij die spullen kopen blijkt onze morele feilbaarheid te zijn. Boze opzet van onze kant. Want we zij toch vrij? Alsjeblieft, dankje wel.
Zullen ze leuk vinden bij Nike. We hadden die pattas blijkbaar toch wel gekocht, ook zonder Michael Jordan, hiphop endorsements, billboards, college-sponsorships en logoterreur. Het was nota bene een miljoenencampagne van juist dit bedrijf die ons vertelde dat we ‘ons eigen merk’ moeten zijn, en dan komt Schouwenburg met de zin ‘Bij de boze idealisten draait alles om het eigen merk.’ Wat studeerde je ook alweer? Ga Naomi Klein lezen voor je achterhaalde onzin uitkraamt.
Pieter Smit is politicoloog. Hij heeft natuurlijk nooit geleerd wat bijvoorbeeld fans van voetbal, u weet wel, die platte sport die diep in de commercie geworteld is, allang weten. Namelijk dat als de club en de coach roepen dat het goed komt, en er wordt de eerste helft van het seizoen gewonnen, de fans de natuurlijke neiging vertonen dat voor waar aan te nemen. Die goedgelovige klazen ook!
Daar hebben ze in de bestuurskamer vanzelfsprekend heel erg hun best op gedaan, het juiste geruststellende toontje, de gratis badhanddoek met logo, de aandelenverkoop. Maar opeens blijkt het allemaal een zeepbel te zijn geweest. De rek is eruit. Opeens valt het ook op: Te veel lange ballen, te weinig visie. Het Dick Jol-effect. De magie van Suarez weg, geen voetbal meer. Met Suarez was t ook niks, maar toen viel het niet op.
Op zo’n moment eisen de fans het vertrek van de coach en graag een andere, duurzamere manier van voetballen. Volgens Smit en Schouwenburg moeten die fans echter hun mond houden, want, ook al betalen ze de lonen van de voetballers met hun seizoenkaarten, TV abonnementen en t-shirts, ze maken deel uit van ‘het systeem’ en ze vonden het allemaal prima toen het goed ging. Eigen schuld, dikke bult.
En weer hebben we het niet over de coach en het bestuur, maar over de supporters, wat die wel en niet mogen roepen of zeggen. Oh sorry, zei ik supporters? Ik bedoel natuurlijk hooligans, azijnpissers en domme consumenten.
“First they ignore you, then they laugh at you, then they fight you, and then… you win.” Dit zijn woorden van Mahatma Ghandi, een winnaar in hart en nieren. Met dank aan de heren Smit en Schouwenburg zitten we nu ergens tegen het tweede bedrijf aan. “Dat schiet lekker op,” zou Ghandi zeggen.
Jaro (één paar Nikes, met daarop ‘De Republiek Amsterdam’.)