Zal je net zien; ik ben jarig in Hue, waarmee helemaal niks mis is, ware het niet dat de roemruchte ‘travellers disease’ me in zijn ijzeren greep heeft gekregen. Dat overkomt 30 tot 50 % van de backpackers binnen twee weken. Heeft bij mij iets langer geduurt. Tot m’n verjaardag om precies te zijn. Besmet water of voedsel is de oorzaak, een bonte stoet verschillend gekleurde bacterien kunnen verantwoordelijk zijn. Het uit zich in darmkrampen, soms misselijkheid of hoofdpijn en natuurlijk diarree. Duurt vaak 48 uur, maar het kan ook twee weken zijn. Daarna heet het ‘chronische diarree, een vooruitzicht gespeend van enige glorie. Normaal gesproken heb ik er nooit last van, maar mijn maagzweer zal wel roet in mijn eten hebben gegooid. Ik ben natuurlijk zwakker dan gewoonlijk zo rond de buik.
De bacterie in kwestie, die ik nooit bij naam en toenaam zal leren kennen, slechts door zijn daden en zijn doen, nestelt zich gezellig ergens in mijn darmen en gaat aan het werk. Een serie krampen van het verlammende soort schiet door mijn onderlijf. Eten wordt een onaantrekkelijk vooruitzicht. Water drinken ook, maar dat moet. ‘Rehydrate, rehydrate, rehydrate’ is de mantra, want je houdt nauwelijks vocht vast. De krampen zijn redelijk uit te houden als ik zit. Dubbel geklapt weliswaar. Ze komen en gaan. Het is allemaal geen ramp, het is te doen,maar op m’n verjaardag..?
Ik eet ‘s avonds voor het eerst in Vietnam westers voedsel in de vorm van tomatensoep. Thee en water maken het feest compleet. Mijn verjaardagskado is dan wel weer geweldig, twee paar op maat gemaakte sportschoenen, een zwart met (nep) slangenleer en een bruin leer/luipaardprint, model Converse, maar dan met Adidas zolen. Wist ik natuurlijk al, ik heb ze zelf laten aanmeten twee dagen eerder in Hoi An, maar nu mocht ik ze officieel uitpakken. Ze ruiken naar leer en lijm. I love the smell of fresh sneakers in the morning! Ze zijn zoooooo dope, ik heb zin om alle schoenenzaken van Amsterdam binnen te lopen, vooral Patta, en dan ontspannen maar ongeinteresseerd rond te kijken tot ze me uit pure jaloezie de winkel uit gooien.
Maar goed, eerst eens kijken of die bacterieen m’n lichaam met rust willen laten. ‘s Middags als een blok in slaap gevallen. Een dag zonder verhalen.
Dag twee gaan we naar de oude stad van Hue, waarover later meer. We bezoeken de Citadel, met daarin de Forbidden Purple City, waar de laatste keizers van Vietnam tot 1945 hebben gewoond en slechts ceremoniele macht bezaten. Fantastisch. Helaas zit er geen verbetering in mijn deplorabele staat en moet ik rond drie uur ‘s middags de handdoek in de ring gooien. Terug naar het hotel, waar ik wederom onmiddelijk in slaap val. Ik begin te denken aan een bezoekje aan het ziekenhuis omdat ik, met de medicijnen die ik al slik, niet aan zelfmedicatie durf te doen. Nog een dagje aanzien dan maar.
De volgende dag gaat ineens alles beter. De krampen worden minder en ik krijg weer trek in Vietnamees eten, altijd een goed teken. Mijn brein toont weer interesse in de wereld om me heen. We huren een drakenboot met chauffeur en tuffen loom twee uurtjes over de Perfume River. De hemel is zowaar blauw, een zeldzaamheid in Hue als je het mij vraagt. Ik krijg Apocalypse Now! visioenen, een nog beter teken. Weer aan de wal eet ik bij Banana Mango (waar Ha, de zus van de vrouw van Peter uit Antwerpen werkt, die de hartelijke groeten moet hebben, bij deze) een kom pho, noodlesoep met rundvlees, the stuff of legends. Ik voel de kracht terugstromen, heftige krampen blijven uit. Niet te vroeg juichen, daar houden bacterieen niet van, maar ik ben er weer! Ik heb ze verslagen, de kleine dondersteentjes. Ha! (Niet de zus van de vrouw van Peter, gewoon, ha!) We maken weer plannen, de klok loopt weer, het avontuur lonkt: ik ben pak ‘m beet genezen, binnen 60 uur.
This entry was posted in Jaroblog. Bookmark the permalink. Both comments and trackbacks are currently closed.
Jarig! En ‘de ziekte van de reiziger’…
Zal je net zien; ik ben jarig in Hue, waarmee helemaal niks mis is, ware het niet dat de roemruchte ‘travellers disease’ me in zijn ijzeren greep heeft gekregen. Dat overkomt 30 tot 50 % van de backpackers binnen twee weken. Heeft bij mij iets langer geduurt. Tot m’n verjaardag om precies te zijn. Besmet water of voedsel is de oorzaak, een bonte stoet verschillend gekleurde bacterien kunnen verantwoordelijk zijn. Het uit zich in darmkrampen, soms misselijkheid of hoofdpijn en natuurlijk diarree. Duurt vaak 48 uur, maar het kan ook twee weken zijn. Daarna heet het ‘chronische diarree, een vooruitzicht gespeend van enige glorie. Normaal gesproken heb ik er nooit last van, maar mijn maagzweer zal wel roet in mijn eten hebben gegooid. Ik ben natuurlijk zwakker dan gewoonlijk zo rond de buik.
De bacterie in kwestie, die ik nooit bij naam en toenaam zal leren kennen, slechts door zijn daden en zijn doen, nestelt zich gezellig ergens in mijn darmen en gaat aan het werk. Een serie krampen van het verlammende soort schiet door mijn onderlijf. Eten wordt een onaantrekkelijk vooruitzicht. Water drinken ook, maar dat moet. ‘Rehydrate, rehydrate, rehydrate’ is de mantra, want je houdt nauwelijks vocht vast. De krampen zijn redelijk uit te houden als ik zit. Dubbel geklapt weliswaar. Ze komen en gaan. Het is allemaal geen ramp, het is te doen,maar op m’n verjaardag..?
Ik eet ‘s avonds voor het eerst in Vietnam westers voedsel in de vorm van tomatensoep. Thee en water maken het feest compleet. Mijn verjaardagskado is dan wel weer geweldig, twee paar op maat gemaakte sportschoenen, een zwart met (nep) slangenleer en een bruin leer/luipaardprint, model Converse, maar dan met Adidas zolen. Wist ik natuurlijk al, ik heb ze zelf laten aanmeten twee dagen eerder in Hoi An, maar nu mocht ik ze officieel uitpakken. Ze ruiken naar leer en lijm. I love the smell of fresh sneakers in the morning! Ze zijn zoooooo dope, ik heb zin om alle schoenenzaken van Amsterdam binnen te lopen, vooral Patta, en dan ontspannen maar ongeinteresseerd rond te kijken tot ze me uit pure jaloezie de winkel uit gooien.
Maar goed, eerst eens kijken of die bacterieen m’n lichaam met rust willen laten. ‘s Middags als een blok in slaap gevallen. Een dag zonder verhalen.
Dag twee gaan we naar de oude stad van Hue, waarover later meer. We bezoeken de Citadel, met daarin de Forbidden Purple City, waar de laatste keizers van Vietnam tot 1945 hebben gewoond en slechts ceremoniele macht bezaten. Fantastisch. Helaas zit er geen verbetering in mijn deplorabele staat en moet ik rond drie uur ‘s middags de handdoek in de ring gooien. Terug naar het hotel, waar ik wederom onmiddelijk in slaap val. Ik begin te denken aan een bezoekje aan het ziekenhuis omdat ik, met de medicijnen die ik al slik, niet aan zelfmedicatie durf te doen. Nog een dagje aanzien dan maar.
De volgende dag gaat ineens alles beter. De krampen worden minder en ik krijg weer trek in Vietnamees eten, altijd een goed teken. Mijn brein toont weer interesse in de wereld om me heen. We huren een drakenboot met chauffeur en tuffen loom twee uurtjes over de Perfume River. De hemel is zowaar blauw, een zeldzaamheid in Hue als je het mij vraagt. Ik krijg Apocalypse Now! visioenen, een nog beter teken. Weer aan de wal eet ik bij Banana Mango (waar Ha, de zus van de vrouw van Peter uit Antwerpen werkt, die de hartelijke groeten moet hebben, bij deze) een kom pho, noodlesoep met rundvlees, the stuff of legends. Ik voel de kracht terugstromen, heftige krampen blijven uit. Niet te vroeg juichen, daar houden bacterieen niet van, maar ik ben er weer! Ik heb ze verslagen, de kleine dondersteentjes. Ha! (Niet de zus van de vrouw van Peter, gewoon, ha!) We maken weer plannen, de klok loopt weer, het avontuur lonkt: ik ben pak ‘m beet genezen, binnen 60 uur.